Je zou de klok maar hebben horen luiden en niet weten waar de klepel hangt. Nou daar hebben echte klokkenluiders geen last van. Die deinzen er niet voor terug om het een en ander aan de grote klok te hangen. En dat gebeurt al jaren tijdens de Liempdse kolderzitting op carnavalszondag.
Voor de 33e keer brengen de leden van dweilorkest Op naor d’Honderd zondag 11 februari vanaf 10.30 uur allerlei zaken op een quasi-serieuze manier aan het licht. Dat gebeurt in café Het Wapen van Liempde en in het licht van de spreuk waarmee prins Jurgen over Ploegersland regeert: ‘Liemt, laot ‘t klinken’.
De Liemse Klokkelui-ers zorgen er ongetwijfeld voor dat alles klinkt als een klok. Dat betekent echter geenszins dat alles waar is wat wordt verkondigd. Maar… waar rook is, is vuur. Of zoals onze zuiderburen zeggen: er luidt nooit een klok of er is een klepel.
In alle vroegte – zeker voor de carnavalsvierders – wordt bij aanvang van het evenement uit volle borst het plaatselijk volkslied ‘Wij minnen ons Liempde’ gezongen, ooit geschreven door oud-pastoor Kluijtmans. En dat gebeurt ‘staandebeens’. Maar dat kan ook niet anders gezien de grote drukte.